Leestijd 6 minuten

In veel gemeenten staan de sociale cohesie en het gevoel van veiligheid onder druk. Denk aan drugsoverlast en criminaliteit onder jongeren of problematiek vanwege extramuralisering van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Movisie krijgt regelmatig vragen van gemeenten over hoe zij dit kunnen voorkomen en aanpakken. Onder de noemer ‘Doen wat nodig is’ (nu: Movisie Uitvoering) ging Movisie de afgelopen twee jaar samen met de interventiespecialisten van Stichting Reindert aan de slag met een bijzondere aanpak waarin de beleving van inwoners centraal staat. Hoe gaan Movisie en de interventiespecialisten hierbij aan het werk? En waarin schuilt de kracht van de aanpak?

‘Er zijn steeds meer inwoners die geen hulp krijgen maar wel nodig hebben.’

Afgelopen jaren is de aandacht voor leefbaarheid en veiligheid in wijken toegenomen. Niet voor niets. Door de bevolkingsgroei, extramuralisering en toenemende diversiteit is niet alleen de woningmarkt maar ook de sociale cohesie en ervaren veiligheid in veel gemeenten onder druk komen te staan. Met name in wijken met veel sociale problematiek en criminaliteit zien we ook dat persoonlijke problematieken groter en complexer worden. Er zijn steeds meer inwoners die niet geholpen worden, inwoners die niet bereikt worden en juist specifieke ondersteuning nodig hebben. Inwoners waarvan problemen zo zwaar en complex zijn, dat niemand weet wat te doen. Deels gaat het om mensen die zorg mijden: mensen in een kwetsbare positie die instanties wantrouwen of zich zo erg schamen voor hun situatie dat ze elke vorm van bemoeienis uit de weg gaan. Vaak ontbreekt ook een netwerk of hebben naasten hun eigen problemen of een slechte invloed. De gevolgen daarvan manifesteren zich niet alleen achter de voordeur, maar ook in de publieke ruimte waar overlast ervaren wordt. Denk aan mensen die op straat rondzwerven en daarmee ook vatbaarder zijn voor ernstige vormen van grensoverschrijdend gedrag. Maar ook bijvoorbeeld spanningen in wijken vanwege woningtoewijzing en ervaren ongelijkheid hierin. Dit zet de leefbaarheid en ervaren veiligheid onder druk.

De aanpak: doen wat nodig is

Gemeenten komen vaak bij ons terecht op het moment dat zo’n probleem zich zichtbaar manifesteert in de publieke ruimte of is geëscaleerd. Ze schrikken van zo’n incident en hebben het gevoel de grip kwijt te zijn. Soms worden er ook raadsvragen gesteld, bijvoorbeeld over de omvang van het probleem, waar ze geen direct antwoord op hebben. De vraag aan ons is dan om de situatie in kaart te brengen, onderliggende oorzaken te onderzoeken en vooral te komen met mogelijke oplossingen. Elk traject is maatwerk. In gesprek met de gemeente verkennen we wat de vraag van de gemeente precies is en op basis daarvan formuleren we op maat de onderzoeksvragen. De aanpak bestaat vervolgens uit twee fasen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

‘Interventieprofessionals kunnen goed inschatten wat voor iemand van betekenis is. ‘

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

‘Erkenning van wat voor mensen van betekenis is, geeft ze hun waardigheid terug’

Fase 1: Praktijkonderzoek: de wijk in!

De interventiespecialisten van Stichting Reindert gaan gedurende twaalf tot achttien weken minimaal één dag per week de wijk(en) in. Ze observeren en gaan in gesprek met inwoners, professionals en vrijwilligers. Van de wijkagent tot vertrouwenspersonen op scholen, van jongerenwerkers tot snackbareigenaren en sportschoolhouders. Bij acute problemen en quick wins wordt er direct gedaan wat nodig is. Omdat ze oprecht luisteren, en waar nodig meteen in actie komen, weten ze het vertrouwen te (her)winnen. Zo leggen zij vanuit het perspectief van de inwoners de vinger op de zere plek. En krijgen ze ook zicht op wat wel goed gaat, welke mensen zich willen inzetten voor de wijk en wat dit aan kansen biedt bij preventie en oplossingen van de ervaren problemen.

Movisie volgt de interventieprofessionals op de voet. Met onderbouwde kennis helpen de onderzoekers van Movisie de interventieprofessionals om te duiden wat zij tegenkomen in de wijk en voeden hen met onderbouwde kennis. Ze houden de interventiespecialisten scherp, vragen door, kijken of bepaalde bevindingen breder gecheckt moeten worden en objectiveren om te voorkomen dat er een vertekening van de feiten insluipt.

Waarom werkt deze aanpak?
In De menselijke maat: interventieprofessionals in het sociaal domein (2021) wordt verkend wat het werk van een interventiespecialist inhoudt. Het werk bestaat grofweg uit twee elementen: (1) individuele casussen en (2) probleemverkenningen bij gemeenten. De aanpak van beide kent veel overeenkomsten. We stippen hier een aantal belangrijke aspecten aan.

  • Vertrouwen en maatwerk: Interventiespecialisten zijn professionals die goed kunnen inschatten wat voor de ander werkelijk van betekenis is. Hun aanpak begint met het winnen van vertrouwen van betrokkenen. Dat is soms een proces met een lange adem, waarvoor tijd en ruimte gemaakt moet worden. Interventiespecialist Mindert Rakhorst: ‘Ik heb 1500 dossiers behandeld en ik heb nog nooit meegemaakt dat ik niet binnenkwam. Daar is vooral veel geduld voor nodig.’
  • Relatiebeheer: Kenmerkend voor de werkwijze van deze professionals is dat ze het niet laten bij het oplossen van individuele, eenmalige problemen. Ze betrekken de familie, sportscholen, sportverenigingen, buren en jongeren op straat. Ze werken samen met sleutelfiguren in de wijk, zoals de wijkagent, de voorzitter van de moskee, de eigenaar van een kickboksschool, een bezoekbroeder van de kerk en de portier die in het weekend het plein beveiligt.
  • Buiten de gebaande paden: Interventieprofessionals behandelen vaak moeilijke, complexe casussen waar andere hulpverleners niet meer uitkomen. Eén van de kwaliteiten van de interventiespecialist is dat hij verder gaat dan de gebaande paden. Hij is verbazingwekkend goed in staat om out-of-the-box te denken. Hoewel interventieprofessionals daardoor vaak op gespannen voet staan met de systeemwereld, weten zij meestal behendig een brug te slaan.
  • Doen wat nodig is gaat over de term ‘responsiviteit’: Goed luisteren, de vraag herkennen, doorvragen, antwoord kunnen geven en antwoord durven geven. Bakker (2020) beschrijft dat wanneer professionals kunnen inschatten wat werkelijk van betekenis is voor iemand, dan gaat die ander daar ook op reageren. Erkenning van wat voor mensen zelf van betekenis is, in hun eigen specifieke context, geeft mensen hun waardigheid terug. En dat is fundamenteel voor het creëren van wederzijds respect. Praktisch betekent het doen wat nodig is om een inwoner verder te helpen. Dus bijvoorbeeld boodschappen doen als er geen eten in de koelkast is of een telefoon kopen als iemand die niet heeft en je deze persoon wilt bereiken. Alles weloverwogen en met een plan.
  • Mandaat: Draagvlak vanuit het bestuur is een voorwaarde om aan het werk te gaan. ‘Als je roert, gaat het stinken. Daarom heb je bestuurlijk en financieel commitment nodig.’ Ook is het in sommige gevallen nodig om op te schalen. Daarvoor zijn vooraf duidelijke afspraken nodig.

Fase 2: Verbinden van kennis aan de praktijk
Onder de problematiek die in de publieke ruimte direct zichtbaar is, ligt vaak een kluwen van diepere oorzaken waarvan gemeenten en professionals in het sociaal en veiligheidsdomein vaak niet weten hoe ze die aan moeten pakken. Movisie analyseert de bevindingen uit het wijkonderzoek aan de hand van bestaande kennis. De ervaringen en inzichten van inwoners opgehaald in fase 1, worden verrijkt met praktijkkennis en wetenschappelijke kennis. Hierbij maken we ook gebruik van de expertise van ander kennisinstituten, waaronder het Nederlands Jeugd instituut, Trimbos en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Zo ontrafelen we de kluwen en doen we aanbevelingen voor maatwerkoplossingen. Vervolgens formuleren we op basis van deze drie kennisbronnen oplossingsrichtingen op maat. Ook wordt aangegeven welke drempels en welke kansen er nu zijn voor een adequate aanpak.

Movisie stelt een rapportage op met de bevindingen, oplossingsrichtingen en concrete aanbevelingen. Daarbij reiken we onderbouwde en bruikbare kennis en aanpakken aan, en good practices uit andere gemeenten. De gemeente kan deze gebruiken als bouwstenen voor de ontwikkeling van (preventief) beleid of een concreet plan van aanpak voor de ervaren problematieken.

Lees het volgende artikel:

Burgemeester Mark Röell over aanpak drugsproblematiek in Baarn