Leestijd 4 minuten

Jongeren die zich vervelen en zich niet gehoord voelen, boze buurtbewoners die vinden dat de gemeente juist veel meer moet doen om overlast tegen te gaan. Het zijn heldere uitkomsten van het praktijkonderzoek dat Stichting Reindert en Movisie deden in Lansingerland, een gemeente waar 25 procent van de inwoners onder de 27 is. We spraken met Muriel Bean, veiligheidsadviseur van de gemeente Lansingerland.

‘Met een onderzoek alleen ben je er niet. Met uitkomsten moet je aan de slag, dat vraagt capaciteit.’

‘We wilden achter de voordeur komen, meer zicht krijgen op de overlast en problematiek van jongeren’, vertelt veiligheidsadviseur Muriel Bean van de gemeente Lansingerland. De groeiende signalen van overlast waren aanleiding voor het onderzoek dat vorig jaar door Stichting Reindert en Movisie is uitgevoerd. Voor de zomer werd het onderzoeksrapport aan de raad gepresenteerd. ‘We hebben van tevoren goed over deze opdracht nagedacht, met een onderzoek alleen ben je er niet. Met uitkomsten moet je aan de slag, dat vraagt capaciteit.’

De gemeente koos specifiek voor een bepaalde wijk. ‘Dat heeft deels te maken met de overlastsignalen, maar ook omdat de meldingsbereidheid hier lager leek te liggen dan in andere wijken.’

De interventiespecialisten, die vervolgens met vijftig inwoners en twintig professionals in gesprek gingen, concludeerden dat veel jongeren zich vervelen en zich ook niet gehoord voelen door de gemeente. ‘Ze hebben het gevoel dat er wel óver hen wordt gesproken, maar niet met.’

Uit de gesprekken met de buurtbewoners kwam een heel ander verhaal naar boven. Sommige buurtbewoners maken zich erg boos over de overlast van de jongeren en vinden dat de gemeente te weinig doet en hun klachten niet serieus neemt. ‘Er is maar weinig tolerantie richting de jongeren. Als een paar jongeren samen onder een afdakje staan, wordt dat soms al gezien als overlast en dan willen ze dat onze boa’s komen om te verbaliseren en de jongeren weg te sturen. Zelf aanspreken doen ze vaak liever niet.’

Bereikbaar

Een ander kritiekpunt van buurtbewoners is dat de gemeente slecht bereikbaar is. ‘Dat heeft ons verbaasd, juist omdat we zoveel belang hechten aan een goede communicatie. Bewoners kunnen ons telefonisch, digitaal en via een appje bereiken. Maar dat betekent natuurlijk niet dat er vervolgens meteen een handhaver in de straat staat.’

Het is en blijft een lastig spanningsveld, zegt Bean. ‘We kunnen op die locaties niet 24 uur per dag een boa neerzetten. De vraag is ook: wanneer is er sprake van overlast? Daar denkt niet iedereen hetzelfde over. Veiligheid is heel subjectief.’
Ze benadrukt dat Lansingerland een groeigemeente is, met veel overloop uit de stad. ‘Mensen verhuizen hier voor hun rust naar toe en hebben daar ook bepaalde verwachtingen bij, en daar komt bij dat veel inwoners niet zitten te wachten op ‘stadse fratsen’.’

‘Jongerenwerkers zijn toch onze oren en ogen in de wijk.’

Een grote rol voor jongerenwerkers

Een van de aanbevelingen van de onderzoekers is dat het jongerenwerk een veel grotere rol in de wijk moet spelen. ‘Het jongerenwerk moet actief de straat op. Contact leggen met de jongeren, bruggen bouwen met de bewoners. Jongerenwerkers zijn toch onze oren en ogen in de wijk.’ Een andere belangrijke aanbeveling is om banden met bepaalde sleutelpersonen – actieve ondernemers of betrokken buurtbewoners – aan te halen. ‘Zij kunnen een signalerende functie hebben en er zijn zeker mensen die hier graag aan mee willen werken en die vaak ook goed contact met de jongeren hebben.’

Voor de veiligheidsadviseur is de meerwaarde van het praktijkonderzoek helder. ‘Dit soort onderzoek zorgt ervoor dat je echt stilstaat bij de beleving van de inwoners. Ze spreken ons eigenlijk als het ware met een microfoon toe. Zowel de jongeren als de buurtbewoners.’
Het onderzoek heeft in de gemeente van alles in gang gezet of versneld. De communicatie met de wijkbewoners is nog eens onder de loep genomen. Een nieuwe aanbesteding voor het jongerenwerk in heel Lansingerland moet ook voor verandering zorgen. ‘Dat zit nu in de pijplijn, jammer genoeg kost dat soort procedures veel tijd.’

Ook zijn de contacten tussen de wijkmanager en de boa’s versterkt, zodat ze ook direct meer informatie kunnen uitwisselen. ‘En wij kijken nu met andere partners in de wijk hoe we de buurtbewoners weerbaarder kunnen maken. Veel gaat over de benadering, over verbinding. Hoe ga je met een jongere of met een boze buurtbewoner in gesprek?’

Lees het volgende artikel:

De aanpak van Doen wat nodig is